In Nederland geldt het zogenaamde verlegde BTW-stelsel. Dit betekent dat bedrijven en zelfstandig ondernemers BTW in rekening mogen brengen bij hun klanten, maar deze BTW niet hoeven af te dragen aan de belastingdienst. In plaats daarvan dienen zij de BTW af te dragen die zij zelf hebben betaald aan hun leveranciers. Zo wordt voorkomen dat er dubbele belasting wordt betaald.
Hoe werkt het verlegde BTW-stelsel in de praktijk?
Als een bedrijf of zelfstandig ondernemer goederen of diensten verkoopt aan een klant, mag hij BTW in rekening brengen. Dit noemen we de verkoopbelasting. De klant betaalt de verkoopbelasting aan het bedrijf of de zelfstandig ondernemer, die deze vervolgens dient af te dragen aan de belastingdienst.
Maar wat als het bedrijf zelf goederen of diensten heeft gekocht van een ander bedrijf of zelfstandig ondernemer? Dan heeft het bedrijf BTW betaald aan zijn leverancier. Dit noemen we de inkoopbelasting. In het verlegde BTW-stelsel mag het bedrijf de inkoopbelasting aftrekken van de verkoopbelasting die het heeft opgelegd aan de klant. Het bedrijf hoeft alleen de netto BTW af te dragen aan de belastingdienst.
Voorbeeld:
Stel dat een bedrijf een product verkoopt aan een klant voor €100, waarbij 21% BTW in rekening wordt gebracht. De klant betaalt dus €121 aan het bedrijf. Dit bedrijf heeft zelf goederen gekocht van een leverancier voor €80, waarbij ook 21% BTW is betaald. De inkoopbelasting bedraagt dus €16,80.
In het verlegde BTW-stelsel mag het bedrijf de inkoopbelasting aftrekken van de verkoopbelasting. Dit betekent dat het bedrijf alleen de netto BTW van €4,20 hoeft af te dragen aan de belastingdienst.
Waarom is het verlegde BTW-stelsel in Nederland ingevoerd?
Het verlegde BTW-stelsel is in Nederland ingevoerd om te voorkomen dat er dubbele belasting wordt betaald op goederen en diensten. Als een bedrijf bijvoorbeeld goederen koopt van een leverancier, wordt er BTW betaald op deze goederen. Als het bedrijf deze goederen vervolgens weer doorverkoopt aan een klant, zou er opnieuw BTW in rekening worden gebracht als het niet-verlegde BTW-stelsel zou gelden. Dit zou betekenen dat er dubbele belasting wordt betaald op dezelfde goederen.
Met het verlegde BTW-stelsel wordt dit voorkomen. Het bedrijf mag de BTW die het heeft betaald aan de leverancier aftrekken van de BTW die het in rekening brengt bij de klant. Zo wordt er alleen belasting betaald op de toegevoegde waarde van het bedrijf zelf.
Het verlegde BTW-stelsel geldt niet alleen voor bedrijven en zelfstandig ondernemers, maar ook voor particulieren die zich bezighouden met het verrichten van diensten of het verkopen van goederen.
Wie moet BTW aangeven en afdragen?
Bedrijven en zelfstandig ondernemers die in aanmerking komen voor het verlegde BTW-stelsel, zijn verplicht om BTW aan te geven en af te dragen aan de belastingdienst. De hoogte van de BTW die zij moeten afdragen, is afhankelijk van de omzet van het bedrijf. Bedrijven met een omzet van meer dan €20.000 per jaar zijn verplicht om BTW aan te geven en af te dragen. Bedrijven met een omzet tussen de €10.000 en €20.000 per jaar kunnen kiezen om BTW aan te geven en af te dragen, maar dit is niet verplicht.
Particulieren die zich bezighouden met het verrichten van diensten of het verkopen van goederen, moeten ook BTW aangeven en afdragen als hun omzet meer dan €20.000 per jaar bedraagt.
Wat is het BTW-stelsel en hoe werkt het?
In Nederland geldt het BTW-stelsel (Belasting Toegevoegde Waarde) voor het heffen van belasting op goederen en diensten. BTW is een belasting die wordt opgelegd op de verkoop van goederen en diensten aan de eindgebruiker. De belastingdienst verdeelt de opbrengst van de BTW over de verschillende overheidslagen, zoals de rijksoverheid, de provincies en de gemeenten.
Wie moet BTW aangeven en afdragen in het verlegde BTW-stelsel?
Bedrijven en zelfstandig ondernemers die in aanmerking komen voor het verlegde BTW-stelsel, zijn verplicht om BTW aan te geven en af te dragen aan de belastingdienst. De hoogte van de BTW die zij moeten afdragen, is afhankelijk van de omzet van het bedrijf. Bedrijven met een omzet van meer dan €20.000 per jaar zijn verplicht om BTW aan te geven en af te dragen. Particulieren die zich bezighouden met het verrichten van diensten of het verkopen van goederen, moeten ook BTW aangeven en afdragen als hun omzet meer dan €20.000 per jaar bedraagt.
Hoe wordt BTW afgedragen in het verlegde BTW-stelsel?
Bedrijven en zelfstandig ondernemers dienen de BTW af te dragen die zij hebben betaald aan hun leveranciers, in plaats van de BTW die zij in rekening hebben gebracht aan hun klanten. Zo wordt voorkomen dat er dubbele belasting wordt betaald.
Wat is het verschil tussen het verlegde BTW-stelsel en het niet-verlegde BTW-stelsel?
In het niet-verlegde BTW-stelsel wordt BTW geheven op de verkoop van goederen en diensten aan de eindgebruiker. Dit betekent dat het bedrijf of de zelfstandig ondernemer de BTW die zij in rekening hebben gebracht aan de klant, moet afdragen aan de belastingdienst. In het verlegde BTW-stelsel mag het bedrijf of de zelfstandig ondernemer de BTW die zij hebben betaald aan hun leveranciers, aftrekken van de BTW die zij in rekening hebben gebracht aan de klant. Zo wordt voorkomen dat er dubbele belasting wordt betaald.